Let op! Onderstaande foto's en filmpjes kunnen als schokkend worden ervaren.
Kleine honden en rauwe voeding.
Kunnen kleine honden rauwe voeding eten? Ja, heel goed zelfs. Hier en daar vraagt het wat creativiteit, maar niets is onmogelijk. Ik moet je wel vooraf waarschuwen, want er is niets zo leuk om je honden zo te zien genieten van hun maaltijden.
Mijn dwergteckels varieerden in een eind gewicht van 4 tot 5,6 kilo. Het percentage voeding dat wat ze kegen liep per hond uiteen. Zo kreeg Eranthe met haar 4,2 kilo lichaamsgewicht ruim 4,7% aan voeding en had Alvará met haar 5,6 kilo maar 3,5% voeding nodig om haar mooi op gewicht te houden. De rest van mijn honden zaten qua percentages hier tussenin. Kleine honden verbruiken doorgaans meer energie dan grote honden. Hierbij lette ik ook op de hoeveelheid beweging ze kregen en of ze gecastreerd zijn/waren of niet. In de winter met hele erge koude moest ik doorgaans meer voeren dan normaal. Ik verhoogde dan gewoon het percentage voeding en zodra het weer het toeliet en het buiten minder koud was, zakte ik weer af naar hun normale normale percentages. Dat is zo fijn aan het voeren van rauw; je kan helemaal zelf het menu aanpassen naar de behoeften van jouw dier.
Toen ik net begon met zelf samenstellen was ik er van overtuigd dat mijn percentages 70% spiervlees, 15% bot en 15% organen zouden gaan worden, afgewisseld met af en toe intacte prooien en wat extra's in de vorm van noten, pitten, rauwe honing, zeewier, een eitje, kiemgroenten enz. Toch bleek ik er in de praktijk er niet helemaal mee weg te komen, omdat een aantal van mijn honden het op 15% bot niet lekker deden (zij kregen anaalklier problemen). Al met al ben ik uitgekomen op een bot percentage van 20% op de dagen dat ik zelf samenstelde en had ik dagen dat ik intacte prooien voerde. Al gebied eerlijkheid me te zeggen dat ik de meeste vlees botten (m.u.v. nekken) op het oog voerde. Na een aantal jaren ervaring was ik niet meer bang dat ik het fout deed. In het begin hield ik me keurig aan een lijst waarop alle hoeveelheden voor elke hond vermeld stonden. Dat was mijn leidraad. Op die manier wist ik zeker dat ik niemand iets te kort deed of dat ik teveel gaf. Inmiddels was er door de opgedane ervaring een hoop vertrouwen en handigheid en je zult zien dat ook jij na verloop van tijd steeds meer handigheid in het zelf samenstellen zult krijgen. Het voeren van organen werd deels afgewogen, deels op het oog gegeven. Het enige wat ik eigenlijk altijd afwoog was het spiervlees, maar hierbij keek ik ook naar de hoeveelheid vlees bot die mijn honden voor die dag kregen en paste indien nodig de hoeveelheid daarop aan. Op een gegeven moment weet je precies de behoeften van je hond en dat werkte erg prettig. Naast dit alles voerde ik zo nu en dan een biologische groenten mix als extra. Mijn wijze van voeren liet zich dus niet echt in een hokje of stroming plaatsen en dat hoeft bij zelf samenstellen ook niet; het is zaak om een goede balans te vinden in het rauw voeren en na ruim 3,5 jaar zelf samenstellen was ik heel erg tevreden met de resultaten bij mijn honden.
Toen ik net begon met zelf samenstellen begon ik met het voeren van zachte beginnende vlees botten zoals bijvoorbeeld kippen nekken of konijn karkas. Moeite met verteren ervan hadden ze niet: hiervoor voerde ik ze al vier jaar kvv (kant en klaar vers vlees), maar toch ben ik rustig en 'volgens het boekje' overgestapt naar zelf samenstellen, zodat er niks mis kon gaan. Na verloop van tijd konden mijn honden ook hardere vlees botten kauwen van bijvoorbeeld wild al moest ik hier en daar nog wel een handje helpen (ik kom hier later nog op terug). Ik voerde mijn honden iedere dag vlees bot, spiervlees en orgaan. De overige twee dagen van de week kregen ze prooien. Dit gaf bij hun de beste balans qua vertering en ontlasting. Ik voerde op de dagen dat ik zelf samenstelde binnen vijf dagen 'compleet'. De prooien op de overige dagen zijn al compleet en die telde ik daarom niet mee in een menu.
Omdat het voeren van vlees botten bij kleine honden eigenlijk het meeste aan (voorbereidend) werk is, zal ik hier uitgebreider op in gaan.
Nekken
Kippen nekken zijn ideaal om mee te beginnen voor kleine honden. Toch heeft menig beginnend vers voerder de schrik van zijn leven als je hond voor de eerste keer een nek aanpakt en hem ineens achterover slikt. Dit kan geen kwaad, het is alleen voor jezelf niet zo leuk om zo te schrikken. Je kan de nek in het begin even vasthouden. Wel goed uitkijken dat je hond je niet per ongeluk bijt. Honden die schrokken eten doorgaans rustiger als ze het zelf mogen eten, maar ik had hier een uitzondering: Pebbles. Zij at eigenlijk alleen intacte prooien alleen. Vrijwel al haar vlees botten sloeg ik vooraf plat met een hamer. Deed ik dat niet, dan hield ik deze vast, omdat ze door het schrokken in de problemen kwam (stukken bevleesd bot die vast kwamen te zitten in haar bek, dan raakte ze vervolgens in paniek en daardoor kon ik haar nauwelijks helpen met het verwijderen ervan). Vandaar dat ik haar 'gecontroleerd' vleesbotten liet eten. Let wel: dit een uitzondering, want al mijn overige teckels aten doorgaans rustig hun vlees botten/maaltijden en konden het prima zelf, al bleef er altijd iemand bij om een oogje in het zeil te houden om te kijken of alles goed ging.
Kunnen kleine honden rauwe voeding eten? Ja, heel goed zelfs. Hier en daar vraagt het wat creativiteit, maar niets is onmogelijk. Ik moet je wel vooraf waarschuwen, want er is niets zo leuk om je honden zo te zien genieten van hun maaltijden.
Mijn dwergteckels varieerden in een eind gewicht van 4 tot 5,6 kilo. Het percentage voeding dat wat ze kegen liep per hond uiteen. Zo kreeg Eranthe met haar 4,2 kilo lichaamsgewicht ruim 4,7% aan voeding en had Alvará met haar 5,6 kilo maar 3,5% voeding nodig om haar mooi op gewicht te houden. De rest van mijn honden zaten qua percentages hier tussenin. Kleine honden verbruiken doorgaans meer energie dan grote honden. Hierbij lette ik ook op de hoeveelheid beweging ze kregen en of ze gecastreerd zijn/waren of niet. In de winter met hele erge koude moest ik doorgaans meer voeren dan normaal. Ik verhoogde dan gewoon het percentage voeding en zodra het weer het toeliet en het buiten minder koud was, zakte ik weer af naar hun normale normale percentages. Dat is zo fijn aan het voeren van rauw; je kan helemaal zelf het menu aanpassen naar de behoeften van jouw dier.
Toen ik net begon met zelf samenstellen was ik er van overtuigd dat mijn percentages 70% spiervlees, 15% bot en 15% organen zouden gaan worden, afgewisseld met af en toe intacte prooien en wat extra's in de vorm van noten, pitten, rauwe honing, zeewier, een eitje, kiemgroenten enz. Toch bleek ik er in de praktijk er niet helemaal mee weg te komen, omdat een aantal van mijn honden het op 15% bot niet lekker deden (zij kregen anaalklier problemen). Al met al ben ik uitgekomen op een bot percentage van 20% op de dagen dat ik zelf samenstelde en had ik dagen dat ik intacte prooien voerde. Al gebied eerlijkheid me te zeggen dat ik de meeste vlees botten (m.u.v. nekken) op het oog voerde. Na een aantal jaren ervaring was ik niet meer bang dat ik het fout deed. In het begin hield ik me keurig aan een lijst waarop alle hoeveelheden voor elke hond vermeld stonden. Dat was mijn leidraad. Op die manier wist ik zeker dat ik niemand iets te kort deed of dat ik teveel gaf. Inmiddels was er door de opgedane ervaring een hoop vertrouwen en handigheid en je zult zien dat ook jij na verloop van tijd steeds meer handigheid in het zelf samenstellen zult krijgen. Het voeren van organen werd deels afgewogen, deels op het oog gegeven. Het enige wat ik eigenlijk altijd afwoog was het spiervlees, maar hierbij keek ik ook naar de hoeveelheid vlees bot die mijn honden voor die dag kregen en paste indien nodig de hoeveelheid daarop aan. Op een gegeven moment weet je precies de behoeften van je hond en dat werkte erg prettig. Naast dit alles voerde ik zo nu en dan een biologische groenten mix als extra. Mijn wijze van voeren liet zich dus niet echt in een hokje of stroming plaatsen en dat hoeft bij zelf samenstellen ook niet; het is zaak om een goede balans te vinden in het rauw voeren en na ruim 3,5 jaar zelf samenstellen was ik heel erg tevreden met de resultaten bij mijn honden.
Toen ik net begon met zelf samenstellen begon ik met het voeren van zachte beginnende vlees botten zoals bijvoorbeeld kippen nekken of konijn karkas. Moeite met verteren ervan hadden ze niet: hiervoor voerde ik ze al vier jaar kvv (kant en klaar vers vlees), maar toch ben ik rustig en 'volgens het boekje' overgestapt naar zelf samenstellen, zodat er niks mis kon gaan. Na verloop van tijd konden mijn honden ook hardere vlees botten kauwen van bijvoorbeeld wild al moest ik hier en daar nog wel een handje helpen (ik kom hier later nog op terug). Ik voerde mijn honden iedere dag vlees bot, spiervlees en orgaan. De overige twee dagen van de week kregen ze prooien. Dit gaf bij hun de beste balans qua vertering en ontlasting. Ik voerde op de dagen dat ik zelf samenstelde binnen vijf dagen 'compleet'. De prooien op de overige dagen zijn al compleet en die telde ik daarom niet mee in een menu.
Omdat het voeren van vlees botten bij kleine honden eigenlijk het meeste aan (voorbereidend) werk is, zal ik hier uitgebreider op in gaan.
Nekken
Kippen nekken zijn ideaal om mee te beginnen voor kleine honden. Toch heeft menig beginnend vers voerder de schrik van zijn leven als je hond voor de eerste keer een nek aanpakt en hem ineens achterover slikt. Dit kan geen kwaad, het is alleen voor jezelf niet zo leuk om zo te schrikken. Je kan de nek in het begin even vasthouden. Wel goed uitkijken dat je hond je niet per ongeluk bijt. Honden die schrokken eten doorgaans rustiger als ze het zelf mogen eten, maar ik had hier een uitzondering: Pebbles. Zij at eigenlijk alleen intacte prooien alleen. Vrijwel al haar vlees botten sloeg ik vooraf plat met een hamer. Deed ik dat niet, dan hield ik deze vast, omdat ze door het schrokken in de problemen kwam (stukken bevleesd bot die vast kwamen te zitten in haar bek, dan raakte ze vervolgens in paniek en daardoor kon ik haar nauwelijks helpen met het verwijderen ervan). Vandaar dat ik haar 'gecontroleerd' vleesbotten liet eten. Let wel: dit een uitzondering, want al mijn overige teckels aten doorgaans rustig hun vlees botten/maaltijden en konden het prima zelf, al bleef er altijd iemand bij om een oogje in het zeil te houden om te kijken of alles goed ging.
Een biologische kippen nek als onderdeel van een dagmenu aangevuld met lam pens en guanaco spiervlees.
Naast het geven van kippen nekken is geven van een eenden nek ook mogelijk, maar deze is al een stuk groter dan die van een kip. Mijn honden kregen deze heel goed weg (ik bood ze wel eens in een grotere hoeveelheid als onderdeel van een maaltijd aan, voorafgaand aan het vasten), maar als je een dag hoeveelheid eenden nek wil voeren dan heb je al gauw dat het stuk eenden nek veel te klein wordt en daarbij onhandelbaar wordt voor je hond om te geven. Heel eerlijk gezegd vind ik dat link. Je moet er toch niet aan denken als er ineens een bol stuk nek zonder kauwen doorgeslikt wordt? Ik loste dat op door ze vooraf plat te meppen, vervolgens knipte ik ze op maat en woog ze af zodat ik niet teveel gaf. Het voordeel hiervan is dat je op deze manier meer variatie in het menu kon aanbrengen. Het nadeel was wel dat tanden en kiezen niet schoongemaakt werden tijdens het eten ervan. Zorg er daarom voor dat je op andere dagen in de week wel vlees botten of prooien geeft om dit resultaat te behalen. Daar komt bij dat honden veel voldoening halen uit het zelf op peuzelen van hun maaltijd even afgezien van reinigen van het gebit.
Verdere bruikbare delen van de eend zijn: de vleugels, ribben, rug (voldoende spiervlees bij geven), dijbenen en natuurlijk de filets. Kop (geeft obstipatie) en poten voerde ik niet (deze bevat teveel calcium).
Voor het geven van kalkoen nek geldt hetzelfde: deze vooraf plat slaan. Geef je een kalkoen nek, geef dan minder als dat je normaal aan vlees bot geeft. Kalkoen nek bevat altijd veel meer calcium omdat ze zo groot zijn. Als ik het gaf dan zakte ik altijd wat in het bot percentage voor die dag, zodat de honden geen moeite kregen met hun stoelgang. Verder wordt er niks anders van kalkoen gegeven, omdat de botten veel te hard en te scherp zijn.
Bij kleine honden is het geven van kleine bot soorten ideaal. Denk hierbij aan het geven van een wilde eendenbout of een klein duifje. Deze kun je perfect geven als een dag hoeveelheid vlees bot en genieten eigenlijk mijn voorkeur. Bijkomend voordeel is het gemak van voeren van deze onderdelen.
Verdere bruikbare delen van de eend zijn: de vleugels, ribben, rug (voldoende spiervlees bij geven), dijbenen en natuurlijk de filets. Kop (geeft obstipatie) en poten voerde ik niet (deze bevat teveel calcium).
Voor het geven van kalkoen nek geldt hetzelfde: deze vooraf plat slaan. Geef je een kalkoen nek, geef dan minder als dat je normaal aan vlees bot geeft. Kalkoen nek bevat altijd veel meer calcium omdat ze zo groot zijn. Als ik het gaf dan zakte ik altijd wat in het bot percentage voor die dag, zodat de honden geen moeite kregen met hun stoelgang. Verder wordt er niks anders van kalkoen gegeven, omdat de botten veel te hard en te scherp zijn.
Bij kleine honden is het geven van kleine bot soorten ideaal. Denk hierbij aan het geven van een wilde eendenbout of een klein duifje. Deze kun je perfect geven als een dag hoeveelheid vlees bot en genieten eigenlijk mijn voorkeur. Bijkomend voordeel is het gemak van voeren van deze onderdelen.
Een schaal met kleine duifjes. Per stuk zijn deze ideaal om te voeren aan kleine honden.
Prooien
Qua prooien kun je stellen dat kleine honden in staat zijn om datgene te eten wat katten ook kunnen. Dit kunnen muizen, ratten, woestijn ratten, hamsters of cavia zijn. Is een cavia aan de grote kant dan kun je deze halveren of tot kleine porties terug brengen en als onderdeel van een maaltijd voeren. Verder kun je ook kwartel en kuiken geven. Mijn honden waren dol op kuikens. Toch gaf ik deze maar af en toe en dan als extra, omdat ze niet alle voeding stoffen bevatten die nodig zijn om voor een volwaardige maaltijd door te gaan, maar qua formaat zijn ze zeer geschikt. Een aantal van mijn teckels waren niet gecharmeerd van bovenstaande prooien, dus restte me niets anders dan wat meer creatief te zijn en delen van grotere prooien aan te bieden (met of zonder vacht), die ze wel lusten. Had ik grotere prooien van bijvoorbeeld een tam of wild konijn of van een haas dan moest ik deze terug brengen naar kleinere porties. Dat vergde meer voorbereidend werk en in het begin was het niet echt mijn favoriete bezigheid, maar om meer afwisseling te kunnen bieden is het onontbeerlijk. Houd er rekening mee dat wild (en biologisch) altijd hardere botten heeft dan dieren uit de bio industrie en dus meer calcium bevat. Omdat ik in dag percentages werkte moest ik daar rekening mee houden, omdat je niet wilt dat je hond obstipatie gaat krijgen. Zo werden konijnen koppen met een hakbijl door midden gekliefd. Twee teckels konden hiervan eten aangevuld met voldoende spiervlees en eventueel orgaan. Bij het geven van dragende delen van een haas moest ik meestal het onderste deel van een hazen bout verwijderen omdat deze te hard voor de teckels waren. Alleen voor Alvará liet ik deze zitten, omdat zij de hoeveelheid calcium prima kon hebben. Daarom sloeg ik voor haar het onderste deel plat. Let wel op! Als je deze delen plat slaat, splijten de botten over de lengte wat flinke splinters op kan leveren. Zorg er daarom voor dat deze helemaal tot kleine stukjes, zeg maar 'tot moes' platgeslagen zijn. Als ik het onderste deel er toch af haalde dan gooide ik deze weg. Het deel is namelijk te klein, te weinig bevleesd en veel te gevaarlijk om een andere keer als enkel stukje vlees bot te te geven. De delen van de rug bij wild gaf ik vooraf altijd even een mep met een hamer, zodat mijn honden deze makkelijker konden hanteren tijdens het eten. De voorpoten bewerk ik ook, maar dat is meer voor mijn eigen gemoedsrust. Soms vond Kaatje het zo lekker dat ze het secuur kauwen op een voorpoot vergat, maar tijdens het platslaan ook hier opletten voor het splijten van de botten over de lengte! Goed de botten tot kleine stukjes meppen, zodat je ze veilig kunt geven. Als je er voor zorgt dat je daarnaast voldoende spiervlees en eventueel met wat orgaan erbij geeft, dan hoef je niet bang te zijn voor obstipatie. Bovenstaande geldt overigens alleen voor wild. Tam konijn bevat zachte, soepele botten en hoefde ik niet vooraf plat te meppen.
Qua prooien kun je stellen dat kleine honden in staat zijn om datgene te eten wat katten ook kunnen. Dit kunnen muizen, ratten, woestijn ratten, hamsters of cavia zijn. Is een cavia aan de grote kant dan kun je deze halveren of tot kleine porties terug brengen en als onderdeel van een maaltijd voeren. Verder kun je ook kwartel en kuiken geven. Mijn honden waren dol op kuikens. Toch gaf ik deze maar af en toe en dan als extra, omdat ze niet alle voeding stoffen bevatten die nodig zijn om voor een volwaardige maaltijd door te gaan, maar qua formaat zijn ze zeer geschikt. Een aantal van mijn teckels waren niet gecharmeerd van bovenstaande prooien, dus restte me niets anders dan wat meer creatief te zijn en delen van grotere prooien aan te bieden (met of zonder vacht), die ze wel lusten. Had ik grotere prooien van bijvoorbeeld een tam of wild konijn of van een haas dan moest ik deze terug brengen naar kleinere porties. Dat vergde meer voorbereidend werk en in het begin was het niet echt mijn favoriete bezigheid, maar om meer afwisseling te kunnen bieden is het onontbeerlijk. Houd er rekening mee dat wild (en biologisch) altijd hardere botten heeft dan dieren uit de bio industrie en dus meer calcium bevat. Omdat ik in dag percentages werkte moest ik daar rekening mee houden, omdat je niet wilt dat je hond obstipatie gaat krijgen. Zo werden konijnen koppen met een hakbijl door midden gekliefd. Twee teckels konden hiervan eten aangevuld met voldoende spiervlees en eventueel orgaan. Bij het geven van dragende delen van een haas moest ik meestal het onderste deel van een hazen bout verwijderen omdat deze te hard voor de teckels waren. Alleen voor Alvará liet ik deze zitten, omdat zij de hoeveelheid calcium prima kon hebben. Daarom sloeg ik voor haar het onderste deel plat. Let wel op! Als je deze delen plat slaat, splijten de botten over de lengte wat flinke splinters op kan leveren. Zorg er daarom voor dat deze helemaal tot kleine stukjes, zeg maar 'tot moes' platgeslagen zijn. Als ik het onderste deel er toch af haalde dan gooide ik deze weg. Het deel is namelijk te klein, te weinig bevleesd en veel te gevaarlijk om een andere keer als enkel stukje vlees bot te te geven. De delen van de rug bij wild gaf ik vooraf altijd even een mep met een hamer, zodat mijn honden deze makkelijker konden hanteren tijdens het eten. De voorpoten bewerk ik ook, maar dat is meer voor mijn eigen gemoedsrust. Soms vond Kaatje het zo lekker dat ze het secuur kauwen op een voorpoot vergat, maar tijdens het platslaan ook hier opletten voor het splijten van de botten over de lengte! Goed de botten tot kleine stukjes meppen, zodat je ze veilig kunt geven. Als je er voor zorgt dat je daarnaast voldoende spiervlees en eventueel met wat orgaan erbij geeft, dan hoef je niet bang te zijn voor obstipatie. Bovenstaande geldt overigens alleen voor wild. Tam konijn bevat zachte, soepele botten en hoefde ik niet vooraf plat te meppen.
Een heel konijn zonder vacht dient voor kleine honden eerst in porties verdeeld te worden.
Hierboven hetzelfde konijn, maar nu terug gebracht naar kleinere dag hoeveelheden vlees bot. Op de foto is de kop nog niet gehalveerd. Je mag de kop ook heel geven, bijvoorbeeld voorafgaand aan een vastendag, maar geef als aanvulling op de maaltijd er voldoende spiervlees bij en doe dit alleen met honden die volleerd zijn in het verteren van vlees botten en gewend zijn aan vasten. Andere delen zoals de nek, rug met daaraan ribben, voorpoten en rug/staart stukje dienen nog aangevuld te worden met voldoende spiervlees en eventueel wat organen voordat het een volwaardige maaltijd is.
Een maaltijd voor Eranthe bestaande uit een halve konijnen kop aangevuld met konijnen spiervlees en konijnen nieren. Ik heb wat losse ruw vezel toegevoegd (stukjes konijnen oren) die ik nog in de vriezer had liggen. Als extra geef ik er een biologische groenten mix bij. Dit hoef je niet te doen, maar persoonlijk vind ik het een goede aanvulling op het menu.
Gevogelte
Kip is volledig bruikbaar voor kleine honden. Vleugels (even plat slaan of inknippen op de kromming, zodat deze tijdens het eten niet in de keel blijft steken), nek of ribben volstaan prima als dag percentage vlees bot voor kleine honden. Een kippenpoot met daaraan een stukje rug is al gauw één hele maaltijd. Houd er rekening mee dat als je biologische kip voert dat de botten een stuk harder zijn als die van een kip uit de bio industrie. Biologische kippen worden op een latere leeftijd geslacht, hebben langer op kunnen groeien en meer kunnen bewegen.
Van een kwartel kun je alles geven en is zeer geschikt voor kleine honden. De vlees botten zijn erg zacht, wat hem tevens geschikt maakt als beginnend vlees bot. Je kan ze met of zonder veren voeren. Zelf geef ik ze met, omdat het een prima intacte prooi is en omdat ze een stuk goedkoper zijn dan de blote variant.
Het geven van een (wilde) duif in veren kan ook, maar als maaltijd voor mijn honden halveerde ik hem altijd. Het liefst liet ik veren zitten, omdat deze prima dienst deden als ruw vezel, maar een bij een aantal van mijn honden laxeerde dit enorm. Daarom verwijderde ik de veren gedeeltelijk, maar wat ik sowieso weghaalde waren de vleugel- en staart pinnen, evenals de kop (deze zou voor obstipatie kunnen zorgen) en poten (niet te verwarren met dijbenen, want die zijn prima bruikbaar). Valt de duif heel erg groot uit dan knip ik ook de vleugel eraf, deze verpak ik en vries ik opnieuw in. Een vleugel is namelijk een weer een prima dag percentage vlees bot voor een samengestelde maaltijd op een andere dag. De kromming mep ik (net als bij de kip en eend) vooraf altijd even plat. De krop en maag maakte ik vooraf even schoon.
Zelfs wilde gans kan gevoerd worden, maar de voorbereiding vooraf is een flinke tijdrovende klus. Wat kun je van de gans gebruiken? Al het spiervlees is bruikbaar; de filets, het vlees van de dijbenen. Van de organen gebruikte ik het hart, de lever, de maag (inhoud verwijderde ik) daarna verdeelde ik het onder mijn teckels, zelfs long peuterde ik langs de ruggengraat weg. Qua botten is er maar weinig bruikbaar voor kleine honden. Het enige wat ik van de gans gebruikte waren de ribben en de nek. Eén helft van de ribben is bruikbaar als dag percentage aan vlees bot voor één hond. De nek is ook bruikbaar, maar is vrij hard, daarom sloeg ik deze vooraf plat en woog deze af, omdat je anders al gauw teveel aan calcium gaf. Alles wat overbleef (karkas, restant bot van dijbenen, poten, vleugels, kop, rug en darmen) goode ik weg. Hetgeen wat bruikbaar was verdeelde ik voor die dag onder mijn honden en de overgebleven bruikbare delen gingen weer terug de vriezer in voor een andere dag. Heb je net als ik meerdere kleine honden, zorg er dan voor dat je vooraf een portie vlees botten uit de vriezer hebt gehaald om de ganzen maaltijd aan te kunnen vullen.
Parelhoen gaf ik ook, maar vond ik zelf niet zo fijn. Ik had karkassen zonder filets. Een geheel karkas volstaat voor een dag percentage aan vlees botten voor negen kleine teckels. Een karkas moest ik plat meppen en in stukjes knippen en in kleine hoeveelheden verdelen onder alle honden, omdat ze al gauw last krijgen van krijt ontlasting. Verre van ideaal en al helemaal omdat er niks te kauwen valt. Hooguit leuk om eens als afwisseling op hun menu aan te bieden.
Fazanten dijbenen zijn ideaal om te voeren (mits je hond er gek op is en ze niet te hard zijn). Hier hakte ik het onderste deel eraf en gooi ik weg (te hard en te weinig bevleesd). Het overgebleven deel is een ideale dag portie vlees bot. Ribben van jonge fazanten kunnen gevoerd worden. Van oude dieren vind ik ze ongeschikt omdat deze botten te hard zijn.
Ribben
Het geven van ribben aan kleine honden kan. Geiten ribben, lam ribben, ree ribben. Deze moeten wel van een jong dier zijn en zacht, zodat ze gemakkelijk door te knippen zijn. Ik heb ooit eens loeiharde geiten ribben gehad die direct weggegooid konden worden. Zonde, maar te hard betekent; onbruikbaar. Daar komt bij dat het voeren van ribben niet het meest makkelijke is, omdat je bij een kleine hond al gauw aan je dagelijkse hoeveelheid bot percentage zit en je niet al te grote stukken (altijd in de breedte aanbieden!) kunt voeren. Dit kun je oplossen door ze bijvoorbeeld voorafgaand aan een dag vasten te voeren. Op het moment van schrijven had ik alleen ree ribben in gebruik, maar meer omdat ik er toevallig aan kon komen. Voer bij ribben nooit gemalen spiervlees, maar altijd hele stukken, zodat de vertering in zijn geheel soepel verloopt. Gemalen vlees passeert te snel het maag/darm kanaal ten opzichten van de ribben die er veel langer over doen om te verteren. Dit laatste geldt eigenlijk voor alle flinke stukken vlees bot: nooit geven met gemalen voedsel!
Vis
Ik voerde mijn honden een keer per week een vette vis. In het verleden gaf ik wel eens iets van een zalm kop, maar met kleine honden is dit niet echt een aanrader. Zalm kop valt onder vlees bot en is al gauw veel te veel voor een kleine hond. De kop naar kleine hoeveelheden brengen is een enorm onhandige klus. Zelf genoot geven van kleinere vis soorten mijn voorkeur. Denk hierbij aan sardines en (ongezouten) haring. Makreel heb ik ook wel eens gegeven, maar omdat deze enorme graten bevatten heb ik deze vooraf fijn gemalen en moest ik zakken in het bot percentage voor die dag.
Kip is volledig bruikbaar voor kleine honden. Vleugels (even plat slaan of inknippen op de kromming, zodat deze tijdens het eten niet in de keel blijft steken), nek of ribben volstaan prima als dag percentage vlees bot voor kleine honden. Een kippenpoot met daaraan een stukje rug is al gauw één hele maaltijd. Houd er rekening mee dat als je biologische kip voert dat de botten een stuk harder zijn als die van een kip uit de bio industrie. Biologische kippen worden op een latere leeftijd geslacht, hebben langer op kunnen groeien en meer kunnen bewegen.
Van een kwartel kun je alles geven en is zeer geschikt voor kleine honden. De vlees botten zijn erg zacht, wat hem tevens geschikt maakt als beginnend vlees bot. Je kan ze met of zonder veren voeren. Zelf geef ik ze met, omdat het een prima intacte prooi is en omdat ze een stuk goedkoper zijn dan de blote variant.
Het geven van een (wilde) duif in veren kan ook, maar als maaltijd voor mijn honden halveerde ik hem altijd. Het liefst liet ik veren zitten, omdat deze prima dienst deden als ruw vezel, maar een bij een aantal van mijn honden laxeerde dit enorm. Daarom verwijderde ik de veren gedeeltelijk, maar wat ik sowieso weghaalde waren de vleugel- en staart pinnen, evenals de kop (deze zou voor obstipatie kunnen zorgen) en poten (niet te verwarren met dijbenen, want die zijn prima bruikbaar). Valt de duif heel erg groot uit dan knip ik ook de vleugel eraf, deze verpak ik en vries ik opnieuw in. Een vleugel is namelijk een weer een prima dag percentage vlees bot voor een samengestelde maaltijd op een andere dag. De kromming mep ik (net als bij de kip en eend) vooraf altijd even plat. De krop en maag maakte ik vooraf even schoon.
Zelfs wilde gans kan gevoerd worden, maar de voorbereiding vooraf is een flinke tijdrovende klus. Wat kun je van de gans gebruiken? Al het spiervlees is bruikbaar; de filets, het vlees van de dijbenen. Van de organen gebruikte ik het hart, de lever, de maag (inhoud verwijderde ik) daarna verdeelde ik het onder mijn teckels, zelfs long peuterde ik langs de ruggengraat weg. Qua botten is er maar weinig bruikbaar voor kleine honden. Het enige wat ik van de gans gebruikte waren de ribben en de nek. Eén helft van de ribben is bruikbaar als dag percentage aan vlees bot voor één hond. De nek is ook bruikbaar, maar is vrij hard, daarom sloeg ik deze vooraf plat en woog deze af, omdat je anders al gauw teveel aan calcium gaf. Alles wat overbleef (karkas, restant bot van dijbenen, poten, vleugels, kop, rug en darmen) goode ik weg. Hetgeen wat bruikbaar was verdeelde ik voor die dag onder mijn honden en de overgebleven bruikbare delen gingen weer terug de vriezer in voor een andere dag. Heb je net als ik meerdere kleine honden, zorg er dan voor dat je vooraf een portie vlees botten uit de vriezer hebt gehaald om de ganzen maaltijd aan te kunnen vullen.
Parelhoen gaf ik ook, maar vond ik zelf niet zo fijn. Ik had karkassen zonder filets. Een geheel karkas volstaat voor een dag percentage aan vlees botten voor negen kleine teckels. Een karkas moest ik plat meppen en in stukjes knippen en in kleine hoeveelheden verdelen onder alle honden, omdat ze al gauw last krijgen van krijt ontlasting. Verre van ideaal en al helemaal omdat er niks te kauwen valt. Hooguit leuk om eens als afwisseling op hun menu aan te bieden.
Fazanten dijbenen zijn ideaal om te voeren (mits je hond er gek op is en ze niet te hard zijn). Hier hakte ik het onderste deel eraf en gooi ik weg (te hard en te weinig bevleesd). Het overgebleven deel is een ideale dag portie vlees bot. Ribben van jonge fazanten kunnen gevoerd worden. Van oude dieren vind ik ze ongeschikt omdat deze botten te hard zijn.
Ribben
Het geven van ribben aan kleine honden kan. Geiten ribben, lam ribben, ree ribben. Deze moeten wel van een jong dier zijn en zacht, zodat ze gemakkelijk door te knippen zijn. Ik heb ooit eens loeiharde geiten ribben gehad die direct weggegooid konden worden. Zonde, maar te hard betekent; onbruikbaar. Daar komt bij dat het voeren van ribben niet het meest makkelijke is, omdat je bij een kleine hond al gauw aan je dagelijkse hoeveelheid bot percentage zit en je niet al te grote stukken (altijd in de breedte aanbieden!) kunt voeren. Dit kun je oplossen door ze bijvoorbeeld voorafgaand aan een dag vasten te voeren. Op het moment van schrijven had ik alleen ree ribben in gebruik, maar meer omdat ik er toevallig aan kon komen. Voer bij ribben nooit gemalen spiervlees, maar altijd hele stukken, zodat de vertering in zijn geheel soepel verloopt. Gemalen vlees passeert te snel het maag/darm kanaal ten opzichten van de ribben die er veel langer over doen om te verteren. Dit laatste geldt eigenlijk voor alle flinke stukken vlees bot: nooit geven met gemalen voedsel!
Vis
Ik voerde mijn honden een keer per week een vette vis. In het verleden gaf ik wel eens iets van een zalm kop, maar met kleine honden is dit niet echt een aanrader. Zalm kop valt onder vlees bot en is al gauw veel te veel voor een kleine hond. De kop naar kleine hoeveelheden brengen is een enorm onhandige klus. Zelf genoot geven van kleinere vis soorten mijn voorkeur. Denk hierbij aan sardines en (ongezouten) haring. Makreel heb ik ook wel eens gegeven, maar omdat deze enorme graten bevatten heb ik deze vooraf fijn gemalen en moest ik zakken in het bot percentage voor die dag.
In de regel voerde ik naast ongezouten haring altijd iets van een vlees bot erbij. Dat kon iets van een wild eendenboutje zijn, maar bijvoorbeeld ook een klein duifje, het is maar net wat ik voorhanden had. Op vis alleen zijn mijn honden gauw hongerig, omdat vis niet heel veel aan bot bevat en daardoor vrij snel verteerd wordt. Voordat ik de vis geef maak ik een kleine inkeping in de buik en stopte ik er een theelepeltje aan fijn gemalen zeewier in. Organen verwijderde ik omdat dat bij mijn honden ontzettend laxeerde.
Spiervlees
Bij kleine honden kun je allerlei soorten spiervlees gebruiken. Let er wel op dat je een goede kwaliteit spiervlees voert. Een beetje vet is niet erg (ik voerde af en toe ook vettere diersoorten), maar er zijn tegenwoordig ook vliezen die als spiervlees aangeboden worden. Deze hebben totaal geen toegevoegde waarde aan het menu van je hond en zijn hooguit goed voor je portemonnee. Op lange termijn een slechte kwaliteit vlees voeren is niet bevorderlijk qua evenwicht in je menu en zeker niet qua gezondheid voor je hond. In het hele begin gebeurde het me wel eens dat ik een slechte kwaliteit in handen kreeg. Goedkoop is (meestal) duurkoop. Het duurt meestal even voordat je fijne, betrouwbare adressen vindt met kwalitatief mooi spiervlees, maar ook daar bouw je als het ware een kring in op. Het vlees wat mijn honden kregen was altijd wel gekeurd en kwam van diverse slagerijen of via de wildhandel voor menselijke consumptie.
Het spiervlees bood ik altijd in grote stukken aan naast het vlees bot en orgaan. Dit deed ik om een soepele vertering voor de honden te creëren.
Voorbeelden van spiervlees soorten die ik gebruikte waren guanaco, wilde duif (filet), hert, wild konijn, tam konijn, biologisch lam en geiten vlees. De variatie in wild was afhankelijk van het seizoen en wat er verkrijgbaar was, maar heb je zelf andere soorten zoals bijvoorbeeld kipfilet of rundvlees dan kun je die ook geven. Paardenvlees gaf/geef ik zelf niet aan mijn honden, maar dat heeft te maken met het feit dat wijlen Maxime en Alvará een epileptische aanval kregen na het eten van paarden vlees. Is jouw hond in een goede gezondheid dan kun je ook paarden vlees geven.
Bij kleine honden kun je allerlei soorten spiervlees gebruiken. Let er wel op dat je een goede kwaliteit spiervlees voert. Een beetje vet is niet erg (ik voerde af en toe ook vettere diersoorten), maar er zijn tegenwoordig ook vliezen die als spiervlees aangeboden worden. Deze hebben totaal geen toegevoegde waarde aan het menu van je hond en zijn hooguit goed voor je portemonnee. Op lange termijn een slechte kwaliteit vlees voeren is niet bevorderlijk qua evenwicht in je menu en zeker niet qua gezondheid voor je hond. In het hele begin gebeurde het me wel eens dat ik een slechte kwaliteit in handen kreeg. Goedkoop is (meestal) duurkoop. Het duurt meestal even voordat je fijne, betrouwbare adressen vindt met kwalitatief mooi spiervlees, maar ook daar bouw je als het ware een kring in op. Het vlees wat mijn honden kregen was altijd wel gekeurd en kwam van diverse slagerijen of via de wildhandel voor menselijke consumptie.
Het spiervlees bood ik altijd in grote stukken aan naast het vlees bot en orgaan. Dit deed ik om een soepele vertering voor de honden te creëren.
Voorbeelden van spiervlees soorten die ik gebruikte waren guanaco, wilde duif (filet), hert, wild konijn, tam konijn, biologisch lam en geiten vlees. De variatie in wild was afhankelijk van het seizoen en wat er verkrijgbaar was, maar heb je zelf andere soorten zoals bijvoorbeeld kipfilet of rundvlees dan kun je die ook geven. Paardenvlees gaf/geef ik zelf niet aan mijn honden, maar dat heeft te maken met het feit dat wijlen Maxime en Alvará een epileptische aanval kregen na het eten van paarden vlees. Is jouw hond in een goede gezondheid dan kun je ook paarden vlees geven.
Organen
Van organen voerde ik op de nieren en vuile pens na zoveel mogelijk wild en biologisch.
Het totaal aan organen wat ik voerde was 15%.
De organen die ik gaf bestonden uit:
Lever (haas), hart (haas of biologisch rund), nieren (konijn), long (haas) en vuile pens (lam/schaap) of boekmaag (rund, biologisch).
Pens mag je ook wel als maaltijd voeren, maar persoonlijk deed ik het niet. Ik vind dat pens een onderdeel is van een dier en daarom gaf ik mijn honden niet meer dan 5% aan pens in de week. Soms verving ik de pens voor boekmaag. Niet alle honden reageren even goed op boekmaag. Boekmaag bevat veel grassen/granen. Bij Yazz gaf dat enorme huidschilfers. Bij vuile pens had ze er geen last van. Het is dus een kwestie van goed kijken naar je hond en indien nodig het menu aanpassen.
Verder zag je ook long op mijn lijstje staan. Long heeft dan wel niet heel veel voedingswaarde, maar maakt m.i. ook deel uit van een prooi en daarom stond het hier wel op het menu.
Bovenstaande vlees soorten noem ik alleen even om een idee te geven van wat er mogelijk is qua voeren. Als je zelf aan andere diersoorten kunt komen dan mag dat natuurlijk helemaal.
Van organen voerde ik op de nieren en vuile pens na zoveel mogelijk wild en biologisch.
Het totaal aan organen wat ik voerde was 15%.
De organen die ik gaf bestonden uit:
Lever (haas), hart (haas of biologisch rund), nieren (konijn), long (haas) en vuile pens (lam/schaap) of boekmaag (rund, biologisch).
Pens mag je ook wel als maaltijd voeren, maar persoonlijk deed ik het niet. Ik vind dat pens een onderdeel is van een dier en daarom gaf ik mijn honden niet meer dan 5% aan pens in de week. Soms verving ik de pens voor boekmaag. Niet alle honden reageren even goed op boekmaag. Boekmaag bevat veel grassen/granen. Bij Yazz gaf dat enorme huidschilfers. Bij vuile pens had ze er geen last van. Het is dus een kwestie van goed kijken naar je hond en indien nodig het menu aanpassen.
Verder zag je ook long op mijn lijstje staan. Long heeft dan wel niet heel veel voedingswaarde, maar maakt m.i. ook deel uit van een prooi en daarom stond het hier wel op het menu.
Bovenstaande vlees soorten noem ik alleen even om een idee te geven van wat er mogelijk is qua voeren. Als je zelf aan andere diersoorten kunt komen dan mag dat natuurlijk helemaal.
Het geven van extra's en supplementen
Het geven van extra's mag wel, maar hoeft niet. Zelf ben ik er wel een voorstander van. De extra's besloegen zo'n 10% van het weekmenu. Mijn honden vonden het lekker en ik vond het een gezonde aanvulling op de zelf samengestelde maaltijden die ik hun gaf. De extra's konden bestaan uit wat magere kwark of geiten yoghurt, een noten mix (geen macademia, deze zijn giftig voor honden!), rauwe honing/stuifmeel korrels, een rauw ei, kiemgroenten, biologische groenten mix, zeewier, een pitten mix met wat sesam zaden. Deze laatste twee zet ik altijd in als ik een maaltijd met lever voerde en niet een al te flink vlees bot voor die dag op het menu had staan, de ontlasting bleef dan perfect (lever kan namelijk flink laxeren).
Voor de pitten, zaden en noten geldt dat alles heel fijn gemalen moet zijn, omdat je hond er anders geen voeding stoffen uit op kan nemen. Hier gebruikte ik altijd een koffie molentje voor. Ook (kiem)groenten moeten fijn gehakt/gepureerd zijn om diezelfde reden. De hoeveelheden die mijn honden kregen waren hooguit een theelepel tot dessertlepel per keer en vormen nooit de hoofdmoot van een maaltijd. Soms had ik eens wat minder tijd en kregen ze er helemaal niks aan extra's bij. Dan kregen ze het gewoon op een andere dag.
De enige honden die ik suppleerde waren degenen die geen verse vis willen eten. Hun krijgen één à twee keer per week wat gezuiverde vis olie over hun voer en dan alleen op de dagen dat ik bio industrie dieren voerde, omdat deze vlees soorten vooral omega 6 vetzuren bevatten. Het toevoegen van vis olie (rijk aan omega 3) zie ik als zinvolle aanvulling op de maaltijd. Als ik wild voerde gaf ik geen vis olie. De omega 3:6 verhouding bij wild is namelijk 1 op 1.
Het geven van extra's mag wel, maar hoeft niet. Zelf ben ik er wel een voorstander van. De extra's besloegen zo'n 10% van het weekmenu. Mijn honden vonden het lekker en ik vond het een gezonde aanvulling op de zelf samengestelde maaltijden die ik hun gaf. De extra's konden bestaan uit wat magere kwark of geiten yoghurt, een noten mix (geen macademia, deze zijn giftig voor honden!), rauwe honing/stuifmeel korrels, een rauw ei, kiemgroenten, biologische groenten mix, zeewier, een pitten mix met wat sesam zaden. Deze laatste twee zet ik altijd in als ik een maaltijd met lever voerde en niet een al te flink vlees bot voor die dag op het menu had staan, de ontlasting bleef dan perfect (lever kan namelijk flink laxeren).
Voor de pitten, zaden en noten geldt dat alles heel fijn gemalen moet zijn, omdat je hond er anders geen voeding stoffen uit op kan nemen. Hier gebruikte ik altijd een koffie molentje voor. Ook (kiem)groenten moeten fijn gehakt/gepureerd zijn om diezelfde reden. De hoeveelheden die mijn honden kregen waren hooguit een theelepel tot dessertlepel per keer en vormen nooit de hoofdmoot van een maaltijd. Soms had ik eens wat minder tijd en kregen ze er helemaal niks aan extra's bij. Dan kregen ze het gewoon op een andere dag.
De enige honden die ik suppleerde waren degenen die geen verse vis willen eten. Hun krijgen één à twee keer per week wat gezuiverde vis olie over hun voer en dan alleen op de dagen dat ik bio industrie dieren voerde, omdat deze vlees soorten vooral omega 6 vetzuren bevatten. Het toevoegen van vis olie (rijk aan omega 3) zie ik als zinvolle aanvulling op de maaltijd. Als ik wild voerde gaf ik geen vis olie. De omega 3:6 verhouding bij wild is namelijk 1 op 1.
Video's
Hieronder een voorbeeld van Aiyana die een hamster eet. Ze doet daar ontzettend lang over vandaar dat ik maar een paar minuten gefilmd heb, maar doordat ze zo lang er mee bezig is kan ze heel goed haar gebit reinigen en een filmpje van haar terwijl ze een kuiken eet. Als je goed kijkt zie je hoe ze op een gegeven moment het kuiken te snel wil doorslikken en ze hem zelf weer omhoog haalt om hem opnieuw fijn te kunnen kauwen.
Hieronder een voorbeeld van Aiyana die een hamster eet. Ze doet daar ontzettend lang over vandaar dat ik maar een paar minuten gefilmd heb, maar doordat ze zo lang er mee bezig is kan ze heel goed haar gebit reinigen en een filmpje van haar terwijl ze een kuiken eet. Als je goed kijkt zie je hoe ze op een gegeven moment het kuiken te snel wil doorslikken en ze hem zelf weer omhoog haalt om hem opnieuw fijn te kunnen kauwen.