Natuurlijke Rauwe Voeding
Bij zelf samenstellen is het belangrijk dat een hond minimaal vier verschillende diersoorten krijgt (hierbij wordt vis niet meegerekend). Ieder (prooi) dier bevat zijn eigen patroon van vitaminen, mineralen en enzymen. Hoe meer variatie het menu van de hond bevat, des te beter. Bij voldoende variatie kun je er gerust op zijn dat je hond geen tekorten op zal lopen.
Het menu dient te bestaan uit spiervlees, geschikte vlees botten en organen.
Er zijn bij zelf samenstellen verschillende stromingen o.a.:
Barf (deze principes komen van de Australische dierenarts Ian Billinghurst).
Een Barf menu gaat uit van de volgende percentages:
60% rauwe vlees botten (50% vlees en 50% bot)
10% - 20% rauwe groenten puree en fruit
20% orgaanvlees (waarvan 10% bestaat uit vuile pens en 10% bijvoorbeeld uit lever (5%), hart (3%) en nier (2%))
10% tot 40% spiervlees (dit is afhankelijk van de hoeveelheid percentage je gaat voeren voor jouw hond)
In de praktijk blijkt dat het voeren van 60% vlees bot vaak te hoog is. Meestal wordt geadviseerd om naar een percentage van 20 tot 25% bot te gaan (dus 40 tot 50% vlees bot).
Een andere stroming is NRV. NRV is gebaseerd op de visie van de Australische dierenarts Tom Lonsdale. NRV staat voor 'Natuurlijk Rauw Voeren' of 'Natuurlijke Rauwe Voeding'. Hierbij wordt het voeren van prooidieren nagestreefd. Als dit om wat voor reden dan ook niet haalbaar is dan probeert men een prooi na te bootsen.
Bij NRV hanteert men de volgende percentages:
70% spiervlees
15% bot (= 30% vlees bot)
15% orgaan (waarvan bijvoorbeeld 5% lever/5% pens/3% hart/2% nier)
1 x per week een vette vis voeren is een hele gezonde aanvulling op het menu.
Pens mag men rekenen als een hele maaltijd, omdat de calcium/fosfor verhoudingen vrijwel gelijk zijn.
Bij het voeren van prooien hoeft men deze niet in een menu mee te rekenen, omdat een prooi helemaal compleet is.
Eventuele aanvullingen van bijvoorbeeld groenten, een rauw ei, melk kefir of yoghurt worden niet meegerekend.
Een hond hoeft niet iedere dag compleet te eten als hij over een periode van drie weken maar alles binnen krijgt van wat hij hoort te krijgen. Een volwassen hond voert men 2 tot 2,5% van zijn gezonde lichaamsgewicht aan voeding. Voor kleine honden zijn vaak hogere percentages nodig van 4/5% en zelfs op kunnen lopen tot 7%. Voor een pup is dat 5 tot 10%, maar dit zijn enkel richtlijnen. Het belangrijkste is om naar je hond te kijken; is hij wat te mager, dan de percentages wat ophogen. Bij overgewicht wat lager gaan zitten in de percentages.
Uiteraard zijn er meerdere personen die mij inspireren voor wat betreft het voeren van een rauwe voeding aan carnivoren, met een persoon in het bijzonder; het prachtige werk van wijlen Juliëtte de Bairacli Levy. Sinds de jaren '30 van de vorige eeuw verschenen er tal van boeken van haar hand waarin het voeren van rauwe maaltijden, het zogenoemde 'Natural Rearing', in combinatie met het gebruik van verse kruiden werd beschreven. Daarnaast is er de visie van Mogens Eliasen om nog een voorbeeld te noemen.
Bij het beginnen met zelf samengestelde maaltijden kan je het beste gevogelte botten nemen. Vooral kippen- en eenden nekken zijn leuk om te proberen. Als je het in het begin nog wat eng vindt dan kun je de nekken even plat slaan met een hamer en de nekken eventueel even vasthouden tijdens het eten. Vrijwel alle gevogelte botten zijn geschikt om te geven (zoals bijvoorbeeld eend, kwartel, parelhoen), behalve kalkoen. Kalkoen staat bekend om zijn harde, scherpe botten. Wat wel geschikte beginners botten zijn, is konijn en haas. Als de hond een beetje volleerd is in dit alles en al het bot werk goed verteerd, dan kan je het menu uitbreiden met jonge geiten- of lam ribben. Jonge ribben zijn heel zacht en gemakkelijk door te knippen met een snoeischaar. Indien dit niet het geval is, dan deze niet voeren. Ribben dienen nooit enkel gegeven te worden, omdat een hond deze in zijn geheel door kan slikken en zou kunnen stikken en/of voor obstructie in de darmen kan zorgen. Botten dienen altijd goed bevleesd te zijn en indien het bot te kaal is dan doe je er goed aan om deze met los spiervlees aan te vullen.
Verder wil ik nog opmerken dat botten van een rund geen geschikte botten zijn. Botten van een rund verteren doorgaans slecht en kunnen tot obstructie leiden met dramatische gevolgen. Het klinkt allemaal heel eng, maar als je je aan de richtlijnen van vers voeren houdt en goed op je hond let tijdens het eten dan gaat het echt wel goed. Botten dienen altijd goed bevleesd te zijn. Als dit niet het geval is dan moet je er zeker spiervlees bij geven. Wat minstens zo belangrijk is bij vers voeren; geef je hond (of kat) nooit varkensvlees. Varkensvlees kan besmet zijn met het Aujeszky (pseudo rabiës) virus. Honden en katten die geïnfecteerd worden met dit virus komen te overlijden.
Eigenlijk pakte ik uit iedere stroming van vers voeren datgene mee wat voor onze honden het beste werkte. In het begin betekende dat heel veel nadenken over hoe en wat te voeren. Het was heel veel uitproberen, dingen schrappen van het menu of juist toevoegen, net zo lang totdat je ziet dat je hond het geweldig doet op deze wijze van voeren. In grote lijnen volgde ik het NRV model (met uitzondering van de katten, zij eten vrijwel alleen intacte prooien). Deze wijze van voeren spreekt ons het meest aan. Er is namelijk geen enkel prooidier die uit 20 tot 30% bot bestaat zoals die bij de Barf methode gehanteerd wordt. Uit eigen ervaringen is gebleken dat mijn honden beter functioneren op de NRV methode dan op de Barf methode die ik in het begin hanteerde. Sommige mensen menen dat ik met een menu van 15% bot te laag zit in het calcium percentage, maar als je bedenkt dat een muis en rat nog niet eens 5% aan botten bevat en een konijn of haas nog niet eens aan de 10% komt, dan is de hoeveelheid van 15% bot nog aan de hoge kant. De verhoudingen 80% spiervlees/10% bot en 10% orgaan zouden eigenlijk beter met een prooi overeen komen (al blijft de meest natuurlijke manier van voeren uiteraard het voeren van intacte prooien).
Voorstanders van de Barf methode kiezen liever voor een hoger calcium percentage, omdat men o.a. graag de calcium/fosfor verhoudingen gelijk ziet in een vers vlees menu. Bij te weinig opname van calcium is men bang dat het dier in kwestie calcium aan zijn eigen skelet zal onttrekken (het zogenaamde 'All meat syndrome' zou dan op kunnen treden). Bij zogende teven is men vooral bezorgd dat een teef bij een te weinig aan calcium eclampsie kan krijgen (een plotselinge daling van calcium gehalte in het bloed), een aandoening die bij niet tijdig ingrijpen levens bedreigende gevolgen voor de teef kan hebben. Dit zijn overigens zeer gegronde redenen, maar welke methode van zelf samenstellen is nu eigenlijk de juiste? Heel eerlijk weet men het nog niet, simpelweg, omdat er nog niet voldoende onderzoeken naar zijn verricht. Om een goed beeld te krijgen zou je minstens zeven generaties honden op de voet moeten volgen en dan nog moeten we niet vergeten dat ieder individu weer andere voeding behoeften zou kunnen hebben waar rekening mee gehouden dient te worden. Aanpassingen in het menu kunnen daarom noodzakelijk zijn. Denk bij aanpassingen in het menu bijvoorbeeld ook aan dieren die ziek zijn en die ouder worden. Zij hebben een andere voeding behoefte dan een 'normaal' dier. Het is bij rauw voeren heel belangrijk om goed naar je hond te kijken en daarop te anticiperen (indien nodig in overleg met een holistisch dierenarts).
Over het algemeen stelde ik de maaltijden voor de honden zelf samen, omdat niet al mijn honden gecharmeerd waren van prooien. Maxime, Aiyana, Alvará en Eranthe waren de enige die alle prooien aten die ik hun aanbood. Zij aten verschillende dagen in de week intacte prooien, al merkte ik wel naarmate ik langer op deze wijze voerde, dat ook de andere honden wat meer interesse begonnen te tonen in prooien. Naast de maaltijden kregen mijn honden gezonde aanvullingen op het menu. Zo kregen ze verse fijn gemalen noten (hazelnoten, walnoten, paranoten), een pitten mix bestaande uit pompoenpitten, pijnboompitten en sesamzaadjes, verse zeer fijn gehakte kiemgroenten (fenegriek en alfalfa) en zo nu en dan verse kruiden (let wel; bij het gebruik van verse kruiden en kiemgroenten dien je er rekening mee te houden dat deze een geneeskrachtige werking kunnen hebben. Je kan dus niet zomaar een allerhande aan kiemgroenten en kruiden aan je hond geven). Een keer per week gebruikte ik op verschillende dagen fijngemalen knoflook en rauwe geraspte wortel. Knoflook en wortel zijn parasiet afdrijvend en hebben een reinigende werking. Daarnaast maakte ik ook gebruik van andere groenten, maar dat is meestal afhankelijk van wat ik voorhanden had. Ook kregen de honden een keer per week een rauw ei en maakte ik gebruik van zelfgemaakte geitenmelk kefir, rauwe honing en stuifmeelkorrels. Kefir is een bacterie- en enzym rijk voedingsmiddel en is een natuurlijke probiotica. Kefir herstelt de darmflora, versterkt het afweersysteem en geeft energie. Honden die herstellen van bijvoorbeeld een operatie of na gebruik van een antibiotica kuur kunnen ook veel baat bij het gebruik van kefir hebben. Als ik kefir gaf dan gaf ik deze nooit in combinatie met ei, omdat beide producten een gistende werking hebben. Als ik geen kefir had dan maakte ik gebruik van wat geiten yoghurt, een lepeltje magere kwark of wat biologische zuurkool. Deze bevatten ook pro-/prebiotica, al heeft het niet zo'n langdurige werking in de darmen als bij kefir het geval is. Alle noten, pitten, kiemgroenten, verse kruiden en stuifmeelkorrels bood ik fijn gehakt of gemalen aan. Zo is de hond in staat om de voedingsstoffen eruit op te nemen. Alles wat je grof aanbiedt dient enkel en alleen als ruwe vezel. Een hond is namelijk niet in staat om plantaardige cellen (cellulose) af te breken. Het lijkt allemaal heel veel aan extra's wat ze krijgen, maar bij mijn kleine honden werd natuurlijk met aangepaste hoeveelheden gewerkt, verdeeld over meerdere dagen van de week.
Bij het gebruik van noten wil ik nog opmerken dat je een hond nooit macademia noten mag geven.
Na inname van deze noten kunnen er verlammingsverschijnselen optreden.
Onze honden waren getraind op het eten van een grotere maaltijd. Een keer per week kregen ze anderhalve maaltijd ineens. De dag daarna vastte ze. De dag na het vasten voerde ik weer anderhalve maaltijd. Een dubbele maaltijd ineens voeren is voor mijn honden niet weggelegd, omdat bij een dubbele maaltijd de hoeveelheid voeding zo enorm groot wordt. Nu kan een hond 7 tot 8 % van zijn lichaamsgewicht aan voeding ineens verdragen, maar bij een aantal van mijn honden zou dat betekenen dat ze echt op het randje zaten met die hoeveelheid. Zelf ben ik er geen voorstander van om een hond tot een uiterste te drijven, vandaar dat mijn honden dus vastte op deze bovenstaande wijze. Op de dag dat mijn honden vastte kregen ze hooguit iets vloeibaars te drinken zoals bijvoorbeeld geiten kefir of geiten yoghurt met een lepeltje rauwe honing. Voor het vasten voerde ik altijd grote stukken vlees en vlees botten of intacte prooi dieren (aan degenen die het wel lusten). Een hond mag nooit vasten op een gemalen voeding. Gemalen voeding passeert het maag/darm kanaal te snel en dat betekent dat de hond al gauw weer honger zou hebben. Honger hebben is absoluut niet de bedoeling van vasten.
Vasten doe ik om verschillende redenen:
- om de maag dusdanig te trainen op het verteren van grote hoeveelheden voedsel. Een honden maag kan 7 tot 8% lichaamsgewicht ineens aan voeding opnemen. Na een grotere of dubbele maaltijd kunnen alle vertering enzymen optimaal hun werk doen en heeft de hond het gevoel verzadigd te zijn na het nuttigen van zijn maaltijd. Met een goed getrainde maag hoop ik de kans op een maag torsie te voorkomen.
- door een dag te vasten kunnen de organen zichzelf ontdoen van ballast stoffen die zich in het lichaam bevinden.
Ook bij vasten is het heel belangrijk om goed naar je hond te kijken. Een hond die erg oud of ziek is mag niet vasten. Zo mocht Pebbles bijvoorbeeld na haar verlamming niet meer vasten. Haar achterhand was niet volledig herstelt en doordat zij nooit meer zo optimaal bewoog als mijn andere honden wel deden tijdens hun wandelingen, kon een dubbele maaltijd voor problemen zorgen qua verteren (denk hierbij aan obstipatie).
Met Maxime bleek in de praktijk dat het vasten haar niet goed afging. Maxime was een ontzettend energieke hond en verteerde haar voedsel uitermate snel. Doordat ze vrij snel weer honger had begon ze gal te braken en was ze daarna duidelijk niet lekker. Voor ons genoeg reden om haar niet meer te laten vasten. Toen daarnaast uiteindelijk duidelijk werd dat Maxime ziek was, was vasten al helemaal uitgesloten.
Ook Lucky kon niet meer meedoen met vasten. Lucky begon echt oud te worden en was op slot flink de weg kwijt. Ondersteuning met het Cholodin (supplement tegen dementie) werkte erg goed voor Lucky. De maaltijden werden voor hem in kleinere stukken aangeboden, omdat hij anders zijn maaltijden niet goed weg kreeg. Ik kon sinds enige tijd nog wel spelen in de tijden dat ik zijn voedsel aanbood, maar genieten van zijn maaltijden was voor ons en met name voor hem voor dat moment het meest belangrijk. Op een gegeven ogenblik kreeg Lucky door zijn ouderdom problemen met het verteren van zijn verse maaltijden. Aan het eind van Lucky's leven (zeg de laatste anderhalf jaar) had hij een enorme drang om vaak te moeten ontlasten en had hij veelal een bloedende ontlasting. Na van alles geprobeerd te hebben omdat hij het zelf samenstellen echt niet meer kon verdragen ben ik de maaltijden gaan koken met toevoeging van supplementen. Hij at de maaltijden graag, maar hij at keurig om de supplementen heen. Heel even is niet erg, maar na weken was ik toch bang voor tekorten. Diverse kant en klare vers maaltijden geprobeerd, maar geen enkele was een succes op één na; de kant en klare vers maaltijd van Prins - Total Care - Lamb/Rice voor honden met gevoelige darmen. Daar overheen goot ik even afgekookt water, direct afgieten. Vervolgens af laten koelen en met een beetje probiotica en wat psylium husk vezels ging het voor wat betreft zijn vertering aardig.
Normaal gesproken kregen onze honden een keer per dag een maaltijd. De tijden waarop ik voerde waren altijd verschillend, zodat ze niet op eten konden anticiperen. Anticiperen werkt gal braken in de hand.
Het zelf samenstellen van maaltijden kostte wel veel meer tijd, maar als ik eenmaal bezig was om de maaltijden vooraf klaar te zetten, leverde het altijd een ongeduldig concert op bij de honden in de keuken. Iedere dag weer een andere vleessoorten in je bak vinden. Welke hond of kat wil dit nou niet? Het is een ontzettend fijne manier van voeren. De honden blaken van gezondheid en het mooiste van alles is dat je precies weet wat je voert. Dat kun je namelijk van geen enkel commercieel product zeggen.
Bovenstaande informatie is natuurlijk behoorlijk beknopt. Als je besluit om deze manier van voeren toe te passen op je hond en/of kat, zorg er dan voor dat je vooraf over voldoende kennis beschikt. Bij te weinig kennis kan het voeren van vers gevaarlijke situaties opleveren. Kijk voor meer informatie ook eens in de menu balk van deze site bij 'Voeding 2'. Bij 'Favorieten' vind je allerlei verwijzingen naar pagina's over rauw voeren. Op deze verschillende platforms bevinden zich veel mensen en dierenartsen die zich verdiept hebben in het voeren van rauw en helpen je graag op weg.
Copyright: Daily Dachsie & Dog Journal 2007/2024
Het menu dient te bestaan uit spiervlees, geschikte vlees botten en organen.
Er zijn bij zelf samenstellen verschillende stromingen o.a.:
Barf (deze principes komen van de Australische dierenarts Ian Billinghurst).
Een Barf menu gaat uit van de volgende percentages:
60% rauwe vlees botten (50% vlees en 50% bot)
10% - 20% rauwe groenten puree en fruit
20% orgaanvlees (waarvan 10% bestaat uit vuile pens en 10% bijvoorbeeld uit lever (5%), hart (3%) en nier (2%))
10% tot 40% spiervlees (dit is afhankelijk van de hoeveelheid percentage je gaat voeren voor jouw hond)
In de praktijk blijkt dat het voeren van 60% vlees bot vaak te hoog is. Meestal wordt geadviseerd om naar een percentage van 20 tot 25% bot te gaan (dus 40 tot 50% vlees bot).
Een andere stroming is NRV. NRV is gebaseerd op de visie van de Australische dierenarts Tom Lonsdale. NRV staat voor 'Natuurlijk Rauw Voeren' of 'Natuurlijke Rauwe Voeding'. Hierbij wordt het voeren van prooidieren nagestreefd. Als dit om wat voor reden dan ook niet haalbaar is dan probeert men een prooi na te bootsen.
Bij NRV hanteert men de volgende percentages:
70% spiervlees
15% bot (= 30% vlees bot)
15% orgaan (waarvan bijvoorbeeld 5% lever/5% pens/3% hart/2% nier)
1 x per week een vette vis voeren is een hele gezonde aanvulling op het menu.
Pens mag men rekenen als een hele maaltijd, omdat de calcium/fosfor verhoudingen vrijwel gelijk zijn.
Bij het voeren van prooien hoeft men deze niet in een menu mee te rekenen, omdat een prooi helemaal compleet is.
Eventuele aanvullingen van bijvoorbeeld groenten, een rauw ei, melk kefir of yoghurt worden niet meegerekend.
Een hond hoeft niet iedere dag compleet te eten als hij over een periode van drie weken maar alles binnen krijgt van wat hij hoort te krijgen. Een volwassen hond voert men 2 tot 2,5% van zijn gezonde lichaamsgewicht aan voeding. Voor kleine honden zijn vaak hogere percentages nodig van 4/5% en zelfs op kunnen lopen tot 7%. Voor een pup is dat 5 tot 10%, maar dit zijn enkel richtlijnen. Het belangrijkste is om naar je hond te kijken; is hij wat te mager, dan de percentages wat ophogen. Bij overgewicht wat lager gaan zitten in de percentages.
Uiteraard zijn er meerdere personen die mij inspireren voor wat betreft het voeren van een rauwe voeding aan carnivoren, met een persoon in het bijzonder; het prachtige werk van wijlen Juliëtte de Bairacli Levy. Sinds de jaren '30 van de vorige eeuw verschenen er tal van boeken van haar hand waarin het voeren van rauwe maaltijden, het zogenoemde 'Natural Rearing', in combinatie met het gebruik van verse kruiden werd beschreven. Daarnaast is er de visie van Mogens Eliasen om nog een voorbeeld te noemen.
Bij het beginnen met zelf samengestelde maaltijden kan je het beste gevogelte botten nemen. Vooral kippen- en eenden nekken zijn leuk om te proberen. Als je het in het begin nog wat eng vindt dan kun je de nekken even plat slaan met een hamer en de nekken eventueel even vasthouden tijdens het eten. Vrijwel alle gevogelte botten zijn geschikt om te geven (zoals bijvoorbeeld eend, kwartel, parelhoen), behalve kalkoen. Kalkoen staat bekend om zijn harde, scherpe botten. Wat wel geschikte beginners botten zijn, is konijn en haas. Als de hond een beetje volleerd is in dit alles en al het bot werk goed verteerd, dan kan je het menu uitbreiden met jonge geiten- of lam ribben. Jonge ribben zijn heel zacht en gemakkelijk door te knippen met een snoeischaar. Indien dit niet het geval is, dan deze niet voeren. Ribben dienen nooit enkel gegeven te worden, omdat een hond deze in zijn geheel door kan slikken en zou kunnen stikken en/of voor obstructie in de darmen kan zorgen. Botten dienen altijd goed bevleesd te zijn en indien het bot te kaal is dan doe je er goed aan om deze met los spiervlees aan te vullen.
Verder wil ik nog opmerken dat botten van een rund geen geschikte botten zijn. Botten van een rund verteren doorgaans slecht en kunnen tot obstructie leiden met dramatische gevolgen. Het klinkt allemaal heel eng, maar als je je aan de richtlijnen van vers voeren houdt en goed op je hond let tijdens het eten dan gaat het echt wel goed. Botten dienen altijd goed bevleesd te zijn. Als dit niet het geval is dan moet je er zeker spiervlees bij geven. Wat minstens zo belangrijk is bij vers voeren; geef je hond (of kat) nooit varkensvlees. Varkensvlees kan besmet zijn met het Aujeszky (pseudo rabiës) virus. Honden en katten die geïnfecteerd worden met dit virus komen te overlijden.
Eigenlijk pakte ik uit iedere stroming van vers voeren datgene mee wat voor onze honden het beste werkte. In het begin betekende dat heel veel nadenken over hoe en wat te voeren. Het was heel veel uitproberen, dingen schrappen van het menu of juist toevoegen, net zo lang totdat je ziet dat je hond het geweldig doet op deze wijze van voeren. In grote lijnen volgde ik het NRV model (met uitzondering van de katten, zij eten vrijwel alleen intacte prooien). Deze wijze van voeren spreekt ons het meest aan. Er is namelijk geen enkel prooidier die uit 20 tot 30% bot bestaat zoals die bij de Barf methode gehanteerd wordt. Uit eigen ervaringen is gebleken dat mijn honden beter functioneren op de NRV methode dan op de Barf methode die ik in het begin hanteerde. Sommige mensen menen dat ik met een menu van 15% bot te laag zit in het calcium percentage, maar als je bedenkt dat een muis en rat nog niet eens 5% aan botten bevat en een konijn of haas nog niet eens aan de 10% komt, dan is de hoeveelheid van 15% bot nog aan de hoge kant. De verhoudingen 80% spiervlees/10% bot en 10% orgaan zouden eigenlijk beter met een prooi overeen komen (al blijft de meest natuurlijke manier van voeren uiteraard het voeren van intacte prooien).
Voorstanders van de Barf methode kiezen liever voor een hoger calcium percentage, omdat men o.a. graag de calcium/fosfor verhoudingen gelijk ziet in een vers vlees menu. Bij te weinig opname van calcium is men bang dat het dier in kwestie calcium aan zijn eigen skelet zal onttrekken (het zogenaamde 'All meat syndrome' zou dan op kunnen treden). Bij zogende teven is men vooral bezorgd dat een teef bij een te weinig aan calcium eclampsie kan krijgen (een plotselinge daling van calcium gehalte in het bloed), een aandoening die bij niet tijdig ingrijpen levens bedreigende gevolgen voor de teef kan hebben. Dit zijn overigens zeer gegronde redenen, maar welke methode van zelf samenstellen is nu eigenlijk de juiste? Heel eerlijk weet men het nog niet, simpelweg, omdat er nog niet voldoende onderzoeken naar zijn verricht. Om een goed beeld te krijgen zou je minstens zeven generaties honden op de voet moeten volgen en dan nog moeten we niet vergeten dat ieder individu weer andere voeding behoeften zou kunnen hebben waar rekening mee gehouden dient te worden. Aanpassingen in het menu kunnen daarom noodzakelijk zijn. Denk bij aanpassingen in het menu bijvoorbeeld ook aan dieren die ziek zijn en die ouder worden. Zij hebben een andere voeding behoefte dan een 'normaal' dier. Het is bij rauw voeren heel belangrijk om goed naar je hond te kijken en daarop te anticiperen (indien nodig in overleg met een holistisch dierenarts).
Over het algemeen stelde ik de maaltijden voor de honden zelf samen, omdat niet al mijn honden gecharmeerd waren van prooien. Maxime, Aiyana, Alvará en Eranthe waren de enige die alle prooien aten die ik hun aanbood. Zij aten verschillende dagen in de week intacte prooien, al merkte ik wel naarmate ik langer op deze wijze voerde, dat ook de andere honden wat meer interesse begonnen te tonen in prooien. Naast de maaltijden kregen mijn honden gezonde aanvullingen op het menu. Zo kregen ze verse fijn gemalen noten (hazelnoten, walnoten, paranoten), een pitten mix bestaande uit pompoenpitten, pijnboompitten en sesamzaadjes, verse zeer fijn gehakte kiemgroenten (fenegriek en alfalfa) en zo nu en dan verse kruiden (let wel; bij het gebruik van verse kruiden en kiemgroenten dien je er rekening mee te houden dat deze een geneeskrachtige werking kunnen hebben. Je kan dus niet zomaar een allerhande aan kiemgroenten en kruiden aan je hond geven). Een keer per week gebruikte ik op verschillende dagen fijngemalen knoflook en rauwe geraspte wortel. Knoflook en wortel zijn parasiet afdrijvend en hebben een reinigende werking. Daarnaast maakte ik ook gebruik van andere groenten, maar dat is meestal afhankelijk van wat ik voorhanden had. Ook kregen de honden een keer per week een rauw ei en maakte ik gebruik van zelfgemaakte geitenmelk kefir, rauwe honing en stuifmeelkorrels. Kefir is een bacterie- en enzym rijk voedingsmiddel en is een natuurlijke probiotica. Kefir herstelt de darmflora, versterkt het afweersysteem en geeft energie. Honden die herstellen van bijvoorbeeld een operatie of na gebruik van een antibiotica kuur kunnen ook veel baat bij het gebruik van kefir hebben. Als ik kefir gaf dan gaf ik deze nooit in combinatie met ei, omdat beide producten een gistende werking hebben. Als ik geen kefir had dan maakte ik gebruik van wat geiten yoghurt, een lepeltje magere kwark of wat biologische zuurkool. Deze bevatten ook pro-/prebiotica, al heeft het niet zo'n langdurige werking in de darmen als bij kefir het geval is. Alle noten, pitten, kiemgroenten, verse kruiden en stuifmeelkorrels bood ik fijn gehakt of gemalen aan. Zo is de hond in staat om de voedingsstoffen eruit op te nemen. Alles wat je grof aanbiedt dient enkel en alleen als ruwe vezel. Een hond is namelijk niet in staat om plantaardige cellen (cellulose) af te breken. Het lijkt allemaal heel veel aan extra's wat ze krijgen, maar bij mijn kleine honden werd natuurlijk met aangepaste hoeveelheden gewerkt, verdeeld over meerdere dagen van de week.
Bij het gebruik van noten wil ik nog opmerken dat je een hond nooit macademia noten mag geven.
Na inname van deze noten kunnen er verlammingsverschijnselen optreden.
Onze honden waren getraind op het eten van een grotere maaltijd. Een keer per week kregen ze anderhalve maaltijd ineens. De dag daarna vastte ze. De dag na het vasten voerde ik weer anderhalve maaltijd. Een dubbele maaltijd ineens voeren is voor mijn honden niet weggelegd, omdat bij een dubbele maaltijd de hoeveelheid voeding zo enorm groot wordt. Nu kan een hond 7 tot 8 % van zijn lichaamsgewicht aan voeding ineens verdragen, maar bij een aantal van mijn honden zou dat betekenen dat ze echt op het randje zaten met die hoeveelheid. Zelf ben ik er geen voorstander van om een hond tot een uiterste te drijven, vandaar dat mijn honden dus vastte op deze bovenstaande wijze. Op de dag dat mijn honden vastte kregen ze hooguit iets vloeibaars te drinken zoals bijvoorbeeld geiten kefir of geiten yoghurt met een lepeltje rauwe honing. Voor het vasten voerde ik altijd grote stukken vlees en vlees botten of intacte prooi dieren (aan degenen die het wel lusten). Een hond mag nooit vasten op een gemalen voeding. Gemalen voeding passeert het maag/darm kanaal te snel en dat betekent dat de hond al gauw weer honger zou hebben. Honger hebben is absoluut niet de bedoeling van vasten.
Vasten doe ik om verschillende redenen:
- om de maag dusdanig te trainen op het verteren van grote hoeveelheden voedsel. Een honden maag kan 7 tot 8% lichaamsgewicht ineens aan voeding opnemen. Na een grotere of dubbele maaltijd kunnen alle vertering enzymen optimaal hun werk doen en heeft de hond het gevoel verzadigd te zijn na het nuttigen van zijn maaltijd. Met een goed getrainde maag hoop ik de kans op een maag torsie te voorkomen.
- door een dag te vasten kunnen de organen zichzelf ontdoen van ballast stoffen die zich in het lichaam bevinden.
Ook bij vasten is het heel belangrijk om goed naar je hond te kijken. Een hond die erg oud of ziek is mag niet vasten. Zo mocht Pebbles bijvoorbeeld na haar verlamming niet meer vasten. Haar achterhand was niet volledig herstelt en doordat zij nooit meer zo optimaal bewoog als mijn andere honden wel deden tijdens hun wandelingen, kon een dubbele maaltijd voor problemen zorgen qua verteren (denk hierbij aan obstipatie).
Met Maxime bleek in de praktijk dat het vasten haar niet goed afging. Maxime was een ontzettend energieke hond en verteerde haar voedsel uitermate snel. Doordat ze vrij snel weer honger had begon ze gal te braken en was ze daarna duidelijk niet lekker. Voor ons genoeg reden om haar niet meer te laten vasten. Toen daarnaast uiteindelijk duidelijk werd dat Maxime ziek was, was vasten al helemaal uitgesloten.
Ook Lucky kon niet meer meedoen met vasten. Lucky begon echt oud te worden en was op slot flink de weg kwijt. Ondersteuning met het Cholodin (supplement tegen dementie) werkte erg goed voor Lucky. De maaltijden werden voor hem in kleinere stukken aangeboden, omdat hij anders zijn maaltijden niet goed weg kreeg. Ik kon sinds enige tijd nog wel spelen in de tijden dat ik zijn voedsel aanbood, maar genieten van zijn maaltijden was voor ons en met name voor hem voor dat moment het meest belangrijk. Op een gegeven ogenblik kreeg Lucky door zijn ouderdom problemen met het verteren van zijn verse maaltijden. Aan het eind van Lucky's leven (zeg de laatste anderhalf jaar) had hij een enorme drang om vaak te moeten ontlasten en had hij veelal een bloedende ontlasting. Na van alles geprobeerd te hebben omdat hij het zelf samenstellen echt niet meer kon verdragen ben ik de maaltijden gaan koken met toevoeging van supplementen. Hij at de maaltijden graag, maar hij at keurig om de supplementen heen. Heel even is niet erg, maar na weken was ik toch bang voor tekorten. Diverse kant en klare vers maaltijden geprobeerd, maar geen enkele was een succes op één na; de kant en klare vers maaltijd van Prins - Total Care - Lamb/Rice voor honden met gevoelige darmen. Daar overheen goot ik even afgekookt water, direct afgieten. Vervolgens af laten koelen en met een beetje probiotica en wat psylium husk vezels ging het voor wat betreft zijn vertering aardig.
Normaal gesproken kregen onze honden een keer per dag een maaltijd. De tijden waarop ik voerde waren altijd verschillend, zodat ze niet op eten konden anticiperen. Anticiperen werkt gal braken in de hand.
Het zelf samenstellen van maaltijden kostte wel veel meer tijd, maar als ik eenmaal bezig was om de maaltijden vooraf klaar te zetten, leverde het altijd een ongeduldig concert op bij de honden in de keuken. Iedere dag weer een andere vleessoorten in je bak vinden. Welke hond of kat wil dit nou niet? Het is een ontzettend fijne manier van voeren. De honden blaken van gezondheid en het mooiste van alles is dat je precies weet wat je voert. Dat kun je namelijk van geen enkel commercieel product zeggen.
Bovenstaande informatie is natuurlijk behoorlijk beknopt. Als je besluit om deze manier van voeren toe te passen op je hond en/of kat, zorg er dan voor dat je vooraf over voldoende kennis beschikt. Bij te weinig kennis kan het voeren van vers gevaarlijke situaties opleveren. Kijk voor meer informatie ook eens in de menu balk van deze site bij 'Voeding 2'. Bij 'Favorieten' vind je allerlei verwijzingen naar pagina's over rauw voeren. Op deze verschillende platforms bevinden zich veel mensen en dierenartsen die zich verdiept hebben in het voeren van rauw en helpen je graag op weg.
Copyright: Daily Dachsie & Dog Journal 2007/2024